Geboren in een landbouwersgezin te Kalfort-
Datzelfde jaar werd hij onderpastoor te Schepdael en bleef er tot 1965, toen hij op 7 juli werd benoemd tot kapelaan/pastoor op Kattem. Op 1 januari 1988 ging hij met pensioen, maar bleef nog enkele jaren op Kattem wonen en er dienst doen, in 'het zwart' lachte hij. Tenslotte verhuisde hij naar de serviceflats in het centrum van Pamel.
Hij ging er fier op dat hij zijn mis deed zoals voorgeschreven en zou daar ook niet van afwijken, maar had het wel nogal moeilijk met alle veranderingen na het concilie. Zijn dagelijks Latijns breviergebed was hem heilig.
Voor zich vroeg pastoor De Bondt geen begunstiging, noch bij zijn bisschop, noch bij het gemeentebestuur. Maar mensen in moeilijkheden hielp hij, bezocht de zieken, stond hen bij in hun laatste momenten. Hij maakte geen onderscheid tussen een kerkganger en een ander mens: 't waren er allemaal van zijn Kattem.
Hij zette zich jarenlang in voor het behoud van de kleuterklas op Kattem. Terecht, uit dankbaarheid vierde Kattem hem bij zijn gouden priesterjubileum op 25 juli 1992. Van 1 september 1965 tot 31 augustus 1970 gaf hij ook 6 uur godsdienst in het Immaculata Maria-
Hij zorgde dat de jeugd zich niet verveelde: hij liet een zwembad aanleggen achter de kerk, eerst met een plastieken ondergrond later liet hij dit uitmetsen door Felix D’Hoe. Hij stimuleerde de jeugd om het jeugdhuis “Het Kelderken” open te houden en zorgde met versterkers en grote boxen dat er ambiance kon gemaakt worden. In het Kelderken was het elke week feest en vele generaties jeugd leerden er hun toekomstige vrouw kennen. Het verenigingsleven bloeide en floreerde onder zijn hoede.
Van alle pastoors van Kattem was dit DE pastoor van Kattem: “Ons pastoorken”.