De aanzet tot het Kattoems voetbal werd gegeven door de broers De Coen (Richard, Marcel en Maurits) die een lederen voetbal hadden. Samen met Frans Borloo en de Calewé trapten ze regelmatig een balletje tegen de muur van hun grote schuur.
De volgende stap was een officieuze training in een weide van Arthur Van Droogenbroeck nabij het kerkhof van Kattem in de Dalstraat. Wat kledij op de grond voor de twee goals en de training kon beginnen.
Nadien werd gekozen voor de Zavelput [waar vroeger de molen stond – Molensite 2]. Er werd overwogen om een deel van de berg af te graven, maar men kwam snel tot de bevinding dat het onbegonnen werk was. De definitieve oplossing werd gevonden op de grond van het Hof te Kattem, tegenover het huis van Camiel Clottemans, jarenlang de koster van Kattem.
Het terrein werd aangelegd in het verlengde van het bosje, dus in de richting van het Hof. De kleedkamers werden opgericht op de rand van het bosje.
Standaard Kattem was geboren en er werd gestart in het Katholiek Sportverbond in 1957 – de clubkleuren waren blauw en wit.
In het verlengde van de Abeelstraat kwam er een kantine. Die werd volledig bekostigd door Lowie van Tones. Zijn zoon Frans stond in voor de bevoorrading en het onderhoud (hij had een brommer met een karretje aan).
Later, bij de overstap naar de Belgische Voetbalbond, werd het terrein heraangelegd, maar dan in het verlengde van de Abeelstraat.
