Kattem is een gehucht van de fusiegemeente Roosdaal. Het ligt op een heuvel in het mooie schilderachtige Pajottenland van West-Brabant en 72,5 m boven de zeespiegel. Er leven hier 790 mensen, er zijn 260 gezinnen. Het merendeel zijn arbeiders en bedienden. Een 30-tal fruitkwekers, enkele boeren en een 10-tal handelaars.

Het primitieve Kattem ontstond begin van de 12de eeuw aan de Dries in de Herststraat. Den Dries was een driehoekig pleintje, met een fontein in het midden en een groot water met afloop naar de Voetbeek. Het bevond zich, op de draai, rechtover de huizen van Louis Borloo (Louis van Tones), Suzanne De Leenheer, Alfons en Arlette Leemans, Albert De Moortel.

Daar stond ook nog een oude kapel waar plaats in was voor 60 personen. Met Pasen was er een grote volkstoeloop er werd gepredikt door een pater Witheer van de Abdij der Norbertijnen uit Ninove. In de meimaand werd er elke dag het rozenhoedje gebeden. Er stond een beeld van Onze Lieve Vrouw aan de eik met de woorden: “Ik bemin wie mij bemint”. Adriaan Minner, een vrijgezel wonende op den Dries was de eigenaar van de kapel.

Later kwam ze in het bezit van Livain De Scheppers tot ze geplunderd en verwoest werd tijdens de Spaanse bezetting (van 1556 tot 1715).

Rond 1870 woonde in de Herststraat de familie Steppé, ze hadden er een brouwerij. Die werd voor de 1ste wereldoorlog eigendom van Eduard De Roock – toen ontstond ook de naam “Den Bok” voor de brouwerij. Er werd daar lambiek en faro gebrouwen. Dit bedrijf kende een lange bloeiperiode.

In 1900 stonden er verschillende hoeven in de Herststraat:

  1. Die van Amedée van Jannes, in oude boerenstijl, omgeven door een grote boomgaard en moestuin. De schuur en stallingen stonden haaks ten opzichte van het woonhuis.
  2. Het hof van de Huidvetters – daar was een belangrijke leerlooierij gevestigd. Langs de zuidkant bevond zich een grote, diepe put waar de vellen in gelooid werden. Later werd dit hof verkocht, en kwam voor de 2de wereldoorlog in het bezit van de familie De Mulder-Baes die er een bakkerij uitbaten. Nu zijn afgangen en stallingen verbouw en eigendom van Dokter Danny Pippeleers verbonden aan de VUB te Jette.
  3. In de Benedenstraat was er nog een hof Van Mieghem genaamd. Het was een klein warenhuis. Men kon er alles kopen: levensmiddelen, kleren, stoffen aan de meter, veevoeder, meststoffen, kolen… Nu is het bewoonde door de familie Stockmans-Laurent.

Aan de Kapelleweg staat een kapel toegewijd aan Onze Lieve vrouw van Scherpenheuvel. Ze is meer dan 100 jaar oud en werd gebouwd, betaald en onderhouden door mensen van Kattem. 62 jaar lang, werd bij elk overlijden de 2 opeenvolgende dagen die de begrafenis voorafgingen, de rozenkrans gebeden, gevolgd van enkele vreemde gebeden met wondere krachten alsook de litanieën van alle heiligen, voor de zielenrust van de overledene.

Nog in de Herststraat, waar de Hazelveldweg begint heeft er eeuwenlang een groot eiken Kruisbeeld gestaan. Het was omgeven door meidoorn en flierenhout struiken. In 1944 werd het, tijdens een stormweer er beschadigd. Daarna werd het vervangen door een kleiner kruis, nu is het verdwenen.

Daar staat ook nog het Hof van de landmeter. Dat was een rijke pachter, grondbezitter, landmeter en molenaar. Dit hof is nu bewoond door de familie Van den Broeck-Bruyneel, de bijgebouwen door de gebroeders De Schutter.

Wist ge dat de molen van Kattem oorspronkelijk aan de Hazelveldweg, op het eigendom van de landmeter stond? Onder zijn leiding werd de molen verplaatst in 1837. Het gebeurde ophouten rollen, voortgetrokken door 4 paarden en enkele kloeke mannen. Van einde en verre kwamen er mensen kijken, zelfs buitenlanders – Engelsen en Duitsers. 8 weken duurde het voor hij op de Keienberg stond. Vandaar was hij kilometers ver te zien, hij beheerste gans de Dendervallei en was een strategische betekenis geworden. Tijdens de beschieting van 18 op 19 mei 1940 werd hij erg beschadigd en nadien afgebroken.

De molen was het eigendom van de familie van Roy. Deze familie bewoont nog het molenhuis, het dateert van 1840 en is het oudste gebouw van Kattem.

Aan de Herststraat, waar nu de huizen van Leon Brion en Serge Berger staan, was er tijdens de Franse bezetting in 1795 een belangrijke seinpost opgesteld. Door zekere bewegingen uit te voeren werden er berichten overgeseind. Een Franse militair, afkomstig uit het zuiden van Bretagne (Brautome), bediende deze post. Hij is hier gebleven, huwde met een meisje van Kattem, kreeg kinderen en was de grootvader van de familie Clottemans-Sorbé, zijn naam Mathurain Sorbé.

Er is hier ook een grote hoeve met een merkwaardige historische achtergrond: Het hof te Kattem genaamd. Ze bestond al omstreeks 1173 en was toen het eigendom van de Abdij der Norbertijnen te Ninove. In 1652 werd het hof bezet door de Spanjaarden, daarna door de Fransen. Die troepen roofden en plunderden en maakten Kattem en omgeving onveilig. In 1814 kwam er een einde aan de Franse overheersing en werd de hoeve eigendom van verschillende eigenaars.

Jan Baptist Van Wilderode was pachter vanaf 1896. En zijn kleinzoon Marcel Van Wilderode heeft het hof en enkele hectaren aangekocht in 1967.

Naast het Hof te Kattem heeft er eeuwenlang een pastorij gestaan. De pastoors en onderpastoors van Borchtlombeek en Strijtem moesten van daar naar hun kerk. De pastorij heette “Hooghuiys”.

De Monnikveldstraat ter hoogte van het voetbalplein, is het hoogste gedeelte van Kattem. Vandaar ziet men bij klaar weer en heldere hemel het Atomium, de basiliek van Koekelberg, de toren van Asse, de autosnelweg Brussel-Oostende en op vage achtergrond de heuvels van Vlaanderen. Men heeft in drie kwart cirkel een enig mooi vergezicht.

Kattem begint langs de westkant aan de Bosstraat. Daar is ook de scheiding Pamel-Liedekerke. Als men deze stille straat enkele meters volgt en voorbij het grootste geboomte ziet men rechts een vlakte met bomen en struiken en op de achtergrond de spitse toren van de kerk van Pamel. We zien de Zavelberg. De huizen staan kriskras, langs het smalle pad en leunen precies tegen het gebergte aan. Ze zijn verschillend van lijn en kleur, van hier bekeken een levend panorama van schoonheid en weelde.

We kijken links en zien rijen bomen, golvende weiden met bont gevlekte koeien. Recht voor ons de huizen van de Keistraat en Kattemkets, met glanzende daken en groen in alle kleuren en tinten. In de Bosstraat staan er nu 12 huizen, voor 1940 maar 6. Van 1867 tot 1940 was er daar een café, eerst 33 jaar in ’t van Nourres en dan 45 jaar bij Siske Potter.

Aan het begin van de Bosstraat, waar de Profetenstraat en de Kattemkets samenkomen, is er een waterbron, den Berren genaamd. Jarenlang kwamen 15 tot 20 gezinnen daar hun watervoorraad halen. Het was ook de plaats waar alle gebeurtenissen en nieuwtjes verteld werden.

We volgen de Profetenstraat en komen aan het huis van Albert Ots. Zijn ouders hadden er tot in 1938 een melkerij. DE boeren kwamen alle dagen ’s morgens op een vastgesteld uur, zelf hun melk leveren. Meestal gebeurde dat met een kruiwagen, hondenkar of gespan. Deze melkerij heeft lange jaren bestaan.

Langs de zuidkant van Kattem loopt op een rechte lijn de Hazelveldweg, tot aan het Stenenkruis. Vandaar heeft men een fascinerend vergezicht op de Lostraat, de 7 beuken, het kerkhof. Een mooie golvende vallei met links boltoren van de kerk van Strijtem. Het drukke verkeer op de steenweg Ninove-Brussel, het hoger gelegen Tuitenberg en in verte Schepdaal. Men ziet de watertoren van Kester, alsook de windmolen van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek.

Aan de Merekensberg, het laagste gedeelte van het Hazelveld was er rond de eeuwwisseling een grote vijver, meer dan 200 m lang. Veel stadsmensen kwamen daar vissen en genieten van de mooie landelijke omgeving.

Na de 2de wereldoorlog in 1947 werd er hier een kerk gebouwd. De grond werd geschonken door Maria Van Tricht – bijgenaamd Marieken Pirkens. Ze was ongehuwd en kwam uit een gezin met 4 kinderen: Tist, Fernand, Jeanette en Marieke. Ze was heel godvruchtig en ging alle dagen naar de mis in Leberg. Altijd droeg ze zwarte kousen en bij koud weer een snoerdoek. Ze babbelde graag maar leefde stil en eenvoudig. Eenzaam is ze overleden in het klooster te Pamel op 31 augustus 1959 in de ouderdom van 85 jaar.

De bouwheer van de kerk was kapelaan Jozef Buys, hij overleed als pastoor van Liedekerke op 28 april 1981, aan hem hebben wij alleen goede herinneringen. De kerk koste 1 miljoen frank en werd ingezegend op 9 november 1947 door Mgr. Van Cauwenberg.

In 1949 werd de zaal gebouwd en betaald door de mensen van Kattem, ze koste 150.000 frank.

In 1952 werd het kerkhof aangelegd aan de Dalstraat.

In 1959 is een kleuterklas gebouwd, ze koste 450.000 frank, nu werd ze gesloten, te weinig kinderen.

Kattem had achtereenvolgens verschillende pastoors: Jozef Buys, Marcel Ginis, Felix Magnus (pastoor van Strijtem als interim, Adolf Van Lier en Jozef De Bondt onze pastoor is hier al 20 jaar sinds 1965.

De 1ste dopeling in onze parochie was Maria Van der Perre op 21 december 1947, het 1ste huwelijk Leon Geeroms-Judith Ots op 12 november 1947, de 1ste begrafenis was van Stefanie Van den Bossche op 13 november 1947.

De oudste inwoonster was Antonia Geeroms, echtgenote van Amandus Guldemont 91 jaar, geboren op 1 juni 1861 en overleden op 15 juni 1952.

45 jaar geleden waren er hier nog een 20-tal herbergen. Geleidelijk verdwenen de cafés. Met de welstand van de laatste 30jaar veranderden onze leefgewoonten. 2/3 van onze jonge generatie heeft hoger of technisch onderwijs gevolgd. Er zijn hier dan ook ingenieurs, verplegers, leraars, kaderpersoneel en alle soorten vakmensen. Het ontwikkelingspeil van Kattem is erop vooruitgegaan. We hebben onze vertegenwoordigers in de gemeenteraad van Roosdaal.

Vroeger werden wij door de omliggende dorpsgenoten als minderwaardig aanzien. Nu kunnen wij niet meer genegeerd worden. Kattem heeft zich de laatste jaren fantastisch opgewerkt. Het is hier goed te leven, we zijn hier thuis tussen onze familie, onze buren, onze vrienden. We wonen ver van de bezoedelde lucht van industrie en grootstad en kunnen nog de natuur bewonderen, onze kinderen laten ravotten tussen groen en velden.

We hebben hier ook een bloeiend verenigingsleven. De mannen zijn lid van KWB, vinkenclub, voetbalclub of muziekvereniging. Wij hebben ons vormingswerk van landelijke vrouwen en nu de gepensioneerdenbond.

Met de autobusdienst Brussel-Ninove die hier aan Stenekruis stopt kunnen we alle kanten uit.

De laatste 10 jaar werden er op Kattem 35 nieuwe woningen gebouwd. DE bevolking nam met ongeveer 5% ’s jaars toe. Ons wegennet zorgt voor een snelle en goede verbinding met de omliggende dorpen en steden.

De opgang van Kattem is niet meer te stuiten. Toch blijven de herinneringen aan het verleden doorwerken. Kattem is eeuwen oud en alles is nog lang niet opgeschreven. Velen woonden, leefden en werkten hier, ze vonden ’t leven schoon, slecht of vergeefs, maar vergeten zijn sinds lang hun bonte namen.

Zij die hier vroeger woonden moesten oorlog, bezetting en verdrukking ondergaan, toch bleven ze altijd werkzaam en schrokken niet terug voor zware karweien.

Na de 1ste wereldoorlog was er hier in de omgeving geen werk te vinden. Daarom trokken vele mannen naar de koolmijnen in de Borinage. Dat was alle dagen 3 uur pendelen met een boemeltrein en dan nog 2 maal een 1/2uur te voet naar de statie van Okegem. Anderen werkten in steenbakkerijen en waren soms weken van huis terwijl de vrouwen en moeders het thuis alleen moesten doen.De landbouwers waren er in die tijd niet beter aan toe, maar allen hebben standgehouden en zo meegeholpen om van Kattem te maken wat het nu is, een gemeenschap met eigen gewoonten en tradities. We houden van de plaats waar we wonen en geboren zijn, het mooie stukje Pajottenland.

KATTEM anno 1985

Alphonsine Van den Borre

Geboren 02 maart 1919

Overleden 19 september 2008

Gehuwd met Jean De Leeuw

Alias “Jean van de Piljter”

Geboren 28 december 1919

Overleden 17 mei 1990

Geschreven door Alphonsine Van den Borre

Terug

ONS CONTACTEREN

info@kattem.be

teamkattoem@gmail.com

OVER DEZE WEBSITE

Disclaimer

Onze partners

Kattem Team Kattoem Markante figuren Verhalen Agenda Nieuws De kapel